R E N É    V A N    T O L

OVER MIJN WERK 7

Pagina: < 1 2 3 4 5 6 [7] >

'TOT SLOT'

Voor mij stond het al vanaf het begin vast dat ik een kunst wilde creëren die gebaseerd was op de waarneming van ruimte. Optische problemen, het proces van waarnemen en beleving van objecten in de ruimte zijn voor mij het domein van de beeldende kunst. Deze zijn een van de peilers van het naturalisme. Het naturalisme is dan ook het uitgangspunt van mijn werk.

Vanaf Giotto speelt het naturalisme in de westerse beeldende kunst de hoofdrol.
Het is een uitdrukking van een diep verlangen om te begrijpen wat concrete en fysieke lichamen werkelijk zijn. Het is dan ook niet gek dat het naturalisme ons in zijn greep kreeg. Het fascineerde ons en doet dat nog steeds. Bij het naturalisme bevriest men de grote lijnen van ons blikveld om daarna details toe te voegen. Zo wordt onze waarneming getemd. Details worden in gedoseerde mate toegelaten. Door fijnmazigheid ontstaat het trompe l'oeil effect. Dit effect brengt bij de kijker het gevoel van ‘net echt’ teweeg. De oorzaak van dit gevoel is moeilijk te achterhalen. De vraag die opkomt is: wordt dit effect tot stand gebracht door het talent van de kunstenaar of het gebrek van de kijker; schildert Parrhasios zo goed of kijkt Zeuxis zo slecht?  Hoe het ook zij, het trompe l'oeil effect van het naturalisme houdt nooit lang stand. Het wordt ingehaald door de tijdstroom van de waarneming.

Deze tijdstroom van de waarneming maakte mij bewust van de beperkingen van het naturalisme. Ik besefte dat onze waarneming een gebroken waarneming is. In de waarneming worden Gestalten gecreëerd (figuratief of abstract) die in de tijdstroom weer worden afgebroken. Onderwerpen wij ons aan de tijdstroom van de waarneming, dan is het hek van de dam; de details breken de grote lijnen af. In de ruimte die zo ontstaat worden nieuwe eenheden gecreëerd. Dit heeft tot gevolg dat de dingen steeds nieuw zijn en worden. Hetzelfde is nooit  hetzelfde. Hetzelfde moet steeds opnieuw gezocht worden. Hierdoor ontstaat er een dialoog met de objecten. De dingen laten zich niet altijd onderwerpen maar tonen ons hun Gestalt, hun 'persoonlijkheid'. De ontmoeting met de dingen is daardoor een spontaan en organisch proces dat niet gespeend is van drama. 

Dat zich in onze waarneming een drama ontvouwt is voor mij van groot belang.
De twee manieren van waarnemen die ik hierboven beschreef hebben hun weerslag gekregen in mijn werk. Hoe zij toegepast worden wordt echter bepaald door de inhoud, het verhaal. De belangrijkste reden waarom ik mij ging richten op het verhaal was omdat ik zo de tijdstroom van de waarneming kon indammen. Dit verhalende karakter is daarom het derde aspect in mijn werk.

Het naturalisme heeft in die zin gelijk dat er iets gefixeerd moet worden. Beeldende kunst is een onbeweeglijke kunstvorm. Het naturalisme fixeert de grote vormen in het waarnemingsveld volgens de perspectiefleer. Ik heb gemeend om in de fundamentele opbouw van mijn werk de geometrische basisvormen zo te construeren dat twee manieren van waarnemen daarin besloten liggen, het statische en het beweeglijke. Deze worden vertaald in Gestalten. Hoe deze Gestalten hun plaats in mijn werk krijgen hangt af van mijn interpretatie van de inhoud van het werk,  het dramatische aspect.

Op deze Gestalten  kan een figuratieve vormentaal gebouwd worden. Abstractie en figuratie liggen in elkaars verlengde. Een interactie vindt plaats. Zo ontstaat een methode van afbeelding die recht doet aan het spontane proces van waarneming. In de kern van ons kijken ligt een verhaal besloten. Zo kan ons kijken groeien. In de  kunsten gaat het volgens mij om drama, om het verhaal. Het is de enige manier om de eindeloze tijdstroom te overstijgen. Dit is voor mij een belangrijke ontdekking.

Pagina: < 1 2 3 4 5 6 [7] >