'NATURALISME' Ik begon als naturalist. Dit betekent niet dat ik het naturalisme ‘zomaar’ uitkoos uit een bak met allerlei stijlen. Nee. Naturalisme was voor mij waarheidsgetrouw. Het was echt. Het naturalisme is de meest succesvolle en meest geaccepteerde methode om de zichtbare werkelijkheid weer te geven. Omdat het naturalisme uiteindelijk uitmondde in fotografie en film, is het in de beeldende kunst een van de weinige methodes die ononderbroken verbonden is met de tradities van onze cultuur. Het naturalisme richt zich op de zichtbare werkelijkheid. Toen ik op de academie zat was de stemming in de kunstwereld sterk anti-naturalistisch. De reden waarom het werd afgewezen was echter dezelfde waarom het omhelsd werd; de kritiek was namelijk dat de naturalist alleen maar de zichtbare werkelijkheid afbeeldt. Ook de tegenstanders bevestigden zo de geldigheid van deze methode. Hoe de naturalistische methode werkt zullen we hieronder bekijken aan de hand van enkele voorbeelden van mijn vroegere werk.
afb. 1: Botshol olieverf H30 - B40 1: In de naturalistische methode wordt er een denkbeeldige glasplaat geplaatst tussen een statisch oog en de waargenomen ruimte. Lijnen die getrokken worden tussen de voorwerpen in de ruimte en het oog worden vastgezet op deze glasplaat, dat is het doek of het papier van de kunstenaar. Zo ontstaat er tevens een horizon. Het aanleren van de naturalistische methode is een hele klus en dat was het ook voor mij. Op de academies van de 19e eeuw, waar het naturalisme (ook wel burgerlijk realisme genoemd) doelstelling was, nam dat jaren in beslag. Amateurs die nu een stilleven moeten schilderen raken al snel de weg kwijt en zelfs diegenen die virtuoos een foto kunnen natekenen vallen door de mand als zij geconfronteerd worden met een gegeven dat voor hen geplaatst wordt. Dit is vreemd. Waarom kan men niet direct tekenen wat men ziet? Ik heb een korte tijd les gegeven en zag mensen die het gegeven voor zich getrouw wilden afbeelden tot de meest opmerkelijke resultaten komen. Een veel voorkomend verschijnsel was dat mensen als zij een tafel wilden afbeelden de achterlijn van de tafel breder maakten dan de voorkant. Dit was in strijd met de klassieke perspectiefleer en leek meer op de “distortions” van het perspectief die Cézanne toepaste. Een man lukte het niet om een bovenaanzicht van een tafel te tekenen, hoe vaak hij het ook probeerde; elke keer was het resultaat weer een zijaanzicht zoals de Etrusken ze op hun wandschilderingen maakten. Ogen, neuzen en monden worden standaard te groot gemaakt bij beginnende tekenaars, net zoals dat gebeurt bij Afrikaanse sculpturen. De kloof tussen hoe mensen hun waargenomen werkelijkheid in feite afbeelden en de naturalistische norm is zeer groot, dat is wat ik begon te beseffen gedurende het lesgeven. Er is een flink aantal abstracties nodig wil men tot een naturalistische weergave komen. Het naturalisme is daardoor eerder conceptueel dan perceptueel en de vraag drong zich dan ook aan mij op of deze amateurkunstenaars met al hun zogenaamde 'fouten' misschien wel enkele eigenschappen van het waarnemen hadden blootgelegd die door het naturalisme waren toegedekt. Het naturalisme had een grote aantrekkingskracht op mij en dat komt omdat het als net echt ervaren wordt. Dit net 'echt ', dit vermogen om de schijn van realisme op te houden is verbazingwekkend. Het naturalisme bezit daardoor een illusionistische kracht die het oog betovert en misschien wel misleidt. En het is juist deze macht die het waarnemen ook weer kan blokkeren.
|
||||