R E N É    V A N    T O L

OVER MIJN WERK 1

Pagina: < [1] 2 3 4 5 6 7 >

'VOORWOORD'

De gemiddelde levensverwachting van de man is op dit moment 78 jaar. Toen ik 22 jaar oud was, ik zat in de tweede klas van de academie, ontstond bij mij de wens om kunstenaar te worden. Ik weet niet hoeveel jaar Onze Lieve Heer mij geeft, maar haal ik de gemiddelde leeftijd dan bevind ik mij nu precies op de helft van mijn loopbaan. Een mooi moment om het panorama van mijn werk te aanschouwen.

Hoe is de ontwikkeling tot nu toe gegaan? Wat zijn de belangrijkste draaipunten, welke zijwegen heb ik bewandeld en waar ben ik nu? Dit boekje probeert op een luchtige manier en aan de hand van enkele voorbeelden van mijn werk dit soort vragen te beantwoorden.

Vraagt men aan een kunstenaar 'waar ben je mee bezig?' of 'wat is de inhoud van je werk?', dan is het niet zeldzaam dat de kunstenaar begint te stotteren en te stamelen, dat hij een paar onsamenhangende zinnen uitstoot en dat  hij zijn betoog afsluit met een zware zucht. De meeste kunstenaars spreken moeizaam over hun werk en als ze al iets zeggen, dan zeggen ze vaak nog de verkeerde dingen ook; hun beweringen corresponderen vaak niet met hun werk. In zijn schitterende studie over de composities van Cézanne schrijft Erle Loran het volgende: “During the years when I was struggling to understand some of the elements of  Cézanne's form, I eagerly attempted to match his paintings with his theories. I realize now that the task was a hopeless one. (…) Cézanne's space does not work in accordance with his formula”.

Hoe komt het dat het voor de kunstenaar zo moeilijk is een brug te slaan tussen de inhoud van zijn werk en de theorie? Dit komt volgens mij omdat het scheppingsproces zich grotendeels onbewust afspeelt en het bewustzijn geen scheppende vermogens heeft. Het bewustzijn kijkt terug en reconstrueert, het onderbewustzijn creëert. Creativiteit ligt verankert in het lichaam, de natuur of in God, maar niet in het bewustzijn. Het bewustzijn praat achteraf. Dit wil niet zeggen dat het bewustzijn geen  rol speelt; bewustzijnsinhouden zetten zich af als sedimenten in het onderbewustzijn en spelen mee in het creatieve proces.
Hoe dat gebeurt is een raadsel.

Waarom dan toch spreken over kunst? Het antwoord vindt men in een uitspraak van Cézanne: “Today a painter must discover everything for himself”. De kunstenaar van nu kent geen traditie of gemeenschappelijke methode, waar hij op terug kan vallen. Hij moet van de grond af aan alles zelf opbouwen. Zijn mogelijkheden zijn onbeperkt en dwingen hem op elementair niveau keuzes te maken. Keuzes die hij telkens weer naar zichzelf en de buitenwereld moet verantwoorden. Dit vraagt veel denkwerk en getheoretiseer.

Wat een beginnend kunstenaar allemaal op zich af krijgt en welke vrijheden hij daarbij toebedeeld krijgt kan mooi geïllustreerd worden aan een voorbeeld:
Neem een eenvoudig gegeven als een koe. Wat kan een kunstenaar van nu daar allemaal niet mee doen? Hij kan een runderharen penseel nemen en de koe naschilderen, iets wat de koe met welwillende nieuwsgierigheid zal gadeslaan. Hij kan de staart van de koe in een pot met verf stoppen en de mooie witte flank van de koe beschilderen, iets wat de koe met tegenzin zal toestaan. De kunstenaar kan de koe met verf besmeren en haar vragen om over een wit doek te gaan rollen, iets wat de koe nooit zou doen want koeien zijn niet gek. En als de kunstenaar het helemaal niet meer weet, kan hij een cirkelzaag pakken en de koe doormidden zagen, iets wat de koe geschokt zal afwijzen.
Het is duidelijk: de mogelijkheden van de kunstenaar zijn onbeperkt. Dit komt omdat er geen collectieve levensbeschouwing voorhanden is. De kunstenaar is op zichzelf aangewezen. Vele stijlen, vele concepten en vele technieken zijn voorradig. Het is echter ook waar wat een oude  monnik zei: “Het heeft geen zin om alle schoenen in de schoenenwinkel te passen, er moet gewandeld worden.”
Over de wandeling die ik tot nu toe gemaakt heb gaat dit kleine boekje.

 

Pagina: < [1] 2 3 4 5 6 7 >