R E N É    V A N    T O L

ENKELE KORTE UITSPRAKEN OVER KUNST EN RELIGIE


'ENKELE KORTE UITSPRAKEN OVER KUNST EN RELIGIE'

1. My methode consists of using abstractions to channel observation and observations to build up abstractions.

2. Love is a free gift: zonder vrijheid geen liefde. In een zuiver materialistische wereld, een wereld geregeerd door noodzakelijkheid en toeval is liefde onmogelijk.

3. Bij onbeperkte mogelijkheden is creativiteit overbodig.

4. Vrijheid is persoonsgebonden.

5. Creativiteit wordt geactiveerd bij een beperking. Het bloeit op bij een confrontatie met iets gans anders. Het gans andere wordt zo de voorwaarde voor zelfkennis.

6. Als God liefde is dan is God een persoon.

7. Een numineuze ervaring ontstaat als het grijpen omslaat in gegrepen worden.

8. Impressionisme: een picknick die uitliep op een nachtmerrie.

9. Het trompe-l'oeil-effect ontstaat als het brandpunt en het tijdsmoment van de waarneming tot het minimum wordt teruggebracht. Vanuit factor tijd gezien is het zogenaamde 'realisme' de meest abstracte kunst dat er bestaat.

10. Het adembenemende van Cézanne's werk is dat Cézanne de dingen weergeeft vlak voor zij oplossen in de 'mist of time'. Het kwetsbare van de dingen is nooit zo indringend weergegeven.

11. Wordt kunst slechts zelfexpressie, dat is een uiting van narcisme, dan verliest zij haar 'common ground'.

12. "Je moet een gegeven universum niet in de bek kijken". GK Chesterton

13. "De natuur is onderworpen aan zinloosheid". Je zou haast denken dat deze uitspraak afkomstig is van een neo-Darwinist maar het is afkomstig van Paulus van Tarsus.

14. Dogma van de moderne tijd: Gij zult geen positieve dingen vinden in het Christendom.

15. B.Russell: "It is obvious that our old comforable notion of 'solid matter' cannot survive. A piece of matter is nothing but a series of events obeying certain laws". (Philosophy of the Twentieth century)

16. Men moet zich afschermen tegen het gene wat men waarneemt. Doet men dit niet dan wordt waarnemen zoiets als de kraan leeg drinken.

17. Egolatrie: "Een cultus waar iedereen een persoonlijke god vereert nl. zichzelf". (Papini)

18. Wat wij realisme in de schilderkunst noemen is niets anders dan het trompe-l'oeil-effect. Als je zegt van een schilderij dat het realistisch is, geef je eigenlijk toe dat je niet zo goed kunt kijken.

19. Conceptuele kunstenaars zijn geheel afhankelijk van de toevoer van ideeën. Zij willen geen kennis bezitten om op terug te vallen.

20. De meeste grote kunstwerken uit het verleden zijn conceptueel gezien armoedig.

21. Creativiteit is een middel niet een doel.

22. Als een kunstwerk slaagt is dat puur een kwestie van genade.

23. Een realist is iemand die gefopt wordt door zijn eigen gecreëerde trompe-l'oeil-effect.

24. De paradox van de drie-eenheid: God staat buiten de tijd, God staat in de tijd.

25. Realisme in de schilderkunst en fotografie negeren de tijdstroom van de waarneming. Ze negeren het proces van kijken. Het fixeert alleen het moment.

26. De kern van het Joods-Christelijk denken is het het concept van de 'autonome waarnemer'.

27. De wetenschappelijke activiteiten van Leonardo da Vinci stonden in dienst van zijn kunstwerken. Kunstwerken stonden voor hem dichter bij de werkelijkheid omdat de werkelijkheid zelf een kunstwerk was. (vind ik ook)

29. Katholiek denken denkt vanuit relaties.

30. Mondriaan richtte zich op het transcendente, Monet op het immanente. Christelijke kunst beweegt zich in het spanningsveld tussen deze beide. Zij werkt tussen hemel en aarde. Zij is nooit geheel van en geheel los van de wereld.

31. Post-moderne kunst: het opblazen van een incident.

32. Always, century by century, item after item is transferred from the object's side of the account to the subject's. And now, in some extreme forms of behaviourism, the subject himself is discounted as merely subjective; we only think that we think. Having eaten up everything else, he eats himself up too. And where we 'go from that' is a dark question. C. S. Lewis (The discarded image).

33. Zonder vrijheid bestaan er geen goede en slechte daden.

34. In het modernisme implodeert het Christelijk Godsbeeld. Dat wil zeggen dat alle eigenschappen die aan de Christelijke God werden toegewezen nu aan de mens worden toegewezen.
De belangrijkste daarvan zijn autonome creativiteit en onbeperkte vrijheid.

35. Als je zegt we worden steeds aardiger ga je er al van uit dat er een maat bestaat die buiten de ontwikkeling zelf staat. Alleen door een geloof in het bestaan van die maat kan de ethiek zich ontwikkelen.

36. Er is een gigantische machinerie bezig om te voorkomen dat we in contact komen met onze Christelijke erfenis.

37. Om iets te zien moet je ruimte maken.

38. Christendom plaatst een veiligheidspin in het centrum van de macht genaamd Jezus Christus.

39. De rede werkt met terugwerkende kracht, het geloof werkt vooruit.

40. Cézanne duwt tegen de grenzen van het object. Dit omdat zijn kijken richting heeft.

41. De rede blijft alleen zuiver met het hart op de goede plaats. (vrij naar Origenes)

42. In de schilderkunst vóór het impressionisme werd de waarneming getemd door middel van geometrische abstracties.

43. Je hoeft alleen maar van de trapper van je fiets te glijden om te weten dat er 'solid' matter bestaat.

44. In de tijdstroom van de waarneming worden de vormen ontbonden. Vormen kunnen zich echter ook in alle kracht poneren. Ze komen boven de tijdstroom uit zoals een vis boven het water springt.

45. Zoals alle kunstenaars uit de christelijke periode was Titiaan tegelijkertijd expressionist, impressionist, constructivist, abstract, en surrealist. Deze facetten van de schilderkunst werden in die tijd nog niet tegen elkaar uitgespeeld.

46. De eerste beweging komt vanuit de objecten.

47. Beschaving eindigt als de mensen niet meer verder kunnen kijken dan hun eigen toko.

48. "Surfaces are always more complicated than 'depths' ". D. B. Hart Bonnard, een van grootste kunstenaars van de 20ste eeuw, verloor zich geheel in de complexiteit van het oppervlak.

49. Katholieke kunst is erotische kunst.

50. Post-modernisme: elke oprisping in de geest wordt bevestigd, zonder onderscheid.

51. Sola fides, sola scriptura. Het woordje 'sola' is het toverwoord geworden in het modernisme: sola impressionisme, sola expressionisme, sola futurisme, sola rationalisme, sola nationalisme, sola materialisme enz. enz.

52. Geef je richting aan het waarnemen dan wordt het waarnemen een string of events.

53. De normen die gesteld worden aan een schilderij zijn zo laag dat nu iedereen kan schilderen.

54. Maak je een karikatuur van je tegenstander dan vecht je alleen tegen jezelf.

55. Volg de vlieg die in de kamer vliegt en je kamer wordt een universum.

56. De mens die zegt 'ik geloof niet' is het gemakkelijkst te manipuleren.

57. Stopwoordje van het materialisme: 'alleen maar'. Muziek van Bach is alleen maar geluidsgolven. De maan is alleen maar een steen. De materie wordt bekeken zonder het effect dat het genereert.

58. Het katholicisme verbindt het mythische met het realisme. Dit dubbele gezichtspunt komt ook tot uiting in de stijl van de evangeliën.

59. Je kunt het zichtbare afbeelden maar je kunt ook 'sichtbar machen'. (vrij naar Klee).

60. Schilderkunst van nu is meestal decoratief abstract of maakt gebruik van figuraties gebaseerd op fotografie, terwijl voor mij schilderkunst juist plastisch moet zijn en zijn figuraties gebaseerd op het fysieke kijken.

61. Abstracte schilderkunst heeft zijn angel verloren.

62. Van Giotto naar de 19e eeuwse fotografie is één beweging. Het gaat in deze periode steeds om de fixatie en het isoleren van het moment. De tijdsstroom van de waarneming werd geheel genegeerd. De tijd werd bevroren.

63. Ruimtelijk gezien is fotografie een dead-end. Alleen door de foto te manipuleren kan fotografie gered worden.

64. Proberen de grenzen van ons waarnemingsveld te bereiken is net zoiets als proberen de grenzen van ons universum te bereiken. Beiden zijn onmogelijk.

65. De Impressionisten hebben de tekenkunst gered van de ondergang.

66. Het kruis van Christus provoceert nog steeds.

67. Religies geven wegen aan om goedkoop gelukkig te worden. Daarom wordt het in onze cultuur geweerd omdat onze staatsmacht geheel afhankelijk is van consumptie.

68. Eigentijdse kunstwerken nemen steeds meer in volume toe, de tijd dat een kunstenaar zoals Giacometti de wereld kon veroveren met een H5 potloodje lijkt voorgoed voorbij.

69. De Katholieke kerk plaats de paradox van de liefde in het centrum van haar denken. De paradox is dat liefde eenheid zoekt en tegelijkertijd het verschil in stand wil houden.

70. Wat water is voor de vis is liefde voor de mens.

71. Wil je niet lijden, stop dan met liefhebben.

72. Elke ervaring kan een numineuze ervaring zijn. Elke gebeurtenis is nl. verbonden met de eeuwigheid.

73. "Schoonheid is de bloesem van de liefde". Johannes van het Kruis

74. Picasso ontroert mij altijd door zijn kinderlijkheid.

75. Wetenschap beschrijft de stand van zaken, religie richt zich op de toekomst. Uitspraken over de toekomst zijn altijd geloofsuitspraken.

76. Levensvragen: vragen waarbij de zoektocht naar het antwoord zelf het antwoord is.

77. Werken vanuit narcistische gevoelens is een valkuil voor de kunstenaar.

78. Monet maakte steeds grotere schilderijen van steeds kleinere stukjes natuur. Hij verdronk in zijn visuele sensaties. Door zijn oprechtheid kon hij de visuele informatie niet aan. Zijn laatste schilderijen gaven slechts het wateroppervlak weer.

79. De neo-Darwinist staat voor het volgende dilemma: als er een vrije wil bestaat is het Darwinisme niet waar; als er geen vrije wil bestaat is wetenschap onmogelijk en is Darwinisme irrelevant.

80. Met slechte ideeën kun je de schitterendste kunstwerken maken (zie Mondriaan).

81. Secularisatie: de rijken gaan met lege handen heen.

82. Kunst is een vorm van transsubstantiatie.

83. De gedachte achter het filioque in het credo is dat inzicht en kennis zich in de geschiedenis realiseert. m.a w.: de tijd zal het leren.

84. Gestalt: het geheel is meer dan de som van de onderdelen. Kunst maken is een Gestalt maken.

85. Kunst vraagt om een collectieve probleemstelling. Bestaat die niet dan is ontwikkeling in de kunst onmogelijk.

86. Giotto creëerde een horizon binnen het schilderij, bij Monet verdween de horizon uit het schilderij. De horizon creëert een menselijke maat binnen het schilderij. Bij Monet wordt de menselijke maat verplaatst naar buiten het schilderij. De toeschouwer van het schilderij wordt de menselijke maat.
Het kunstwerk bij Monet verschuift daardoor geleidelijk van representatie van de werkelijkheid naar autonomie. Zo eindigt Monet op de tegenovergestelde plaats waar hij begonnen is.

87. De gein van schilderen is het optisch spel.

88. Een Gestalt poneert zich in een flits, het is er voor je het weet.

89. Mijn werk gaat over de dialectiek van de waarneming.
1. Ik ga uit van twee vormen van waarneming. De eerste vorm gaat terug op een van de belangrijkste ontdekkingen van het modernisme namelijk de tijdstroom in de waarneming. Deze tijdstroom leidt tot het ontbinden van de waargenomen vorm. (zie Monet, Cézanne en Rodin). Tegenover deze tijdstroom staat het Gestalt. Een Gestalt kan zich alleen manifesteren in een kleine fractie van tijd, een flits. Ik ga dus uit van twee tijdsbelevingen in de waarneming: een bewegend en een statische element, een stroom en een punt die onze waarneming bepalen.
2. Een ander idee dat ik gebruik stamt uit de pre-impressionistische periode en dat is het gebruik om te werken van abstract naar concreet. Geometrische abstracties worden gebruikt om de waarneming te kanaliseren. Zo ontstaat gelaagdheid.

90. Toepassing van deze twee ideeën: ik start vanuit geometrische abstracties die statische en bewegelijke principes tot uitdrukking brengen. Hierna volgt het concrete of de figuratie.

91. Christus is in onze geschiedenis een spiegel voor ons ethisch handelen geweest. In deze spiegel willen we nu liever niet meer kijken.

92. Humanisme en socialisme zijn takken van de Christelijke boom; verdwijnt het Christendom dan verdwijnen zij ook.

93. Als iedereen een privé liniaal met een persoonlijke schaal heeft om de tafel te meten zullen we nooit met z'n allen te weten komen hoe breed te tafel is. Daarom gebruiken we allemaal dezelfde maat. Zo heeft ook iedere cultuur of sub-cultuur een collectieve maat. Ethisch gezien was dat in onze cultuur Christus.

94. Dialoog met de werkelijkheid om ons heen. Voor een dialoog moet je ruimte maken.

95. "Modern thought is Christian thought gone mad". GK Chesterton

96. Een atheïst die over religie spreekt is het zelfde als een paus die over sex spreekt.

97. Een religieuze houding ontstaat bij een gevoel dat de dingen gegeven zijn, bij een gevoel van afhankelijkheid en nederigheid.

98. "Niets is mijn. Waar is de diepe en zelfstandige kiem, waar niemand anders deel aan heeft, door niemand anders verwekt, welke ik werkelijk de mijne mag noemen?". Papini in 'Gog'.

99. In de middeleeuwen was het kunstwerk een uitdrukking van de kosmos, nu is het een uitdrukking van het zelf. Het wereldje van de kunstenaar is wel erg klein geworden.

100. Ware creativiteit ontstaat bij het verlangen een onverzoenbare tegenstelling te overbruggen.
Het is een daad van liefde.

101. De kracht van het Christendom ligt niet alleen in de gedachte dat God in de hemel is maar ook op de bodem van de afgrond.

102. Godel's onvolledigheidsstellingen wijzen op het feit dat er bij het beschrijven van een systeem altijd iets buiten dat systeem valt. Dit doet mij denken aan het proces van waarnemen. In het proces van waarnemen is er altijd een kloof tussen het bewust zijn van datgene dat waargenomen wordt en het waarnemen zelf. Het waarnemen kan zelf een object van het waarnemen worden maar het waarnemen van dat waarnemen staat daar weer buiten. Dit is het spanningsveld waarbinnen Cézanne werkte. En zo werd hij de vader van de moderne kunst.

103. Sex is sublimatie van religieuze driften.

104. J. S. Mill: "on Liberty" 1859 --- Darwin: "On the Origins of Species" 1859

105. Het Chinese schrift is beeldschrift. De ervaringen worden in beelden beschreven, de beelden worden geabstraheerd. Deze abstracties vormen de basis voor de schilderkunst en zo is de cirkel rond. Zo moet het volgens mij gaan met het verbeelden: hetgeen dat waargenomen wordt wordt geabstraheerd en deze abstracties voeden weer de waarneming.

106. "Vaak maakt God de gelovige die Hem in zijn immanentie beschouwt tot getuige van zijn eenheid, maar even zo vaak openbaart God de gelovige die zich op zijn transcendentie bezint in plaats van deze eenheid zijn veelheid". Rumi

107. "Hoe vaker je naar iets kijkt hoe meer je het afschuwelijke risico loopt het voor de eerste keer te zien". G.K. Chesterton

108. Om vooruit te gaan moet je steeds hetzelfde doen.

109. 'Der Letzte Mensch': ieder zijn eigen shampoo.

110. Bij pantheïsme kan de liefde alleen maar van één kant komen.

111. "Ik ben de steenen pijp, die ieder uur kan breken, en elken dag voor U een nieuwe zeepbel blaast". Felix Timmermans