'HOE ZELFEXPRESSIE DE KUNST VERNIETIGT' Het modernisme heeft vele nieuwe ideeën voortgebracht over creativiteit. Een idee dat steeds meer de wereld van de beeldende kunst gaat overheersen is het idee dat creativiteit hetzelfde is als zelfexpressie. Volgens dit denken is zelfexpressie niet een aspect van het creatieve proces maar is zij daar geheel aan gelijk. Het 'zelf' bezit volgens deze visie een unieke autonome kern die een bron bevat waaruit creativiteit ontspringt. Het creative proces bestaat uit het bevrijden van die unieke kern van al haar belemmeringen. Deze tekst vertelt op eenvoudige wijze hoe deze visie op creativiteit de voortgang van de kunst blokkeert en haar uiteindelijk vernietigt. Laatst zag ik een talkshow van David Letterman. Hij vroeg aan een van zijn gasten het volgende: Wil je terug naar je oude 'zelf' of wil je een nieuw 'zelf'? De zaal, altijd bereid te lachen en te giechelen, was doodstil. Deze bizarre en lachwekkende vraag riep geen enkele andere reactie op dan die van ontzag en gewicht. Dit voorbeeld is misschien wel tekenend voor onze houding ten aanzien van het 'zelf'. Het 'zelf' is een serieuze zaak. Het is ook een zaak waar ons kritisch vermogen ons vaak in de steek laat. Onze visie op het 'zelf' is irrationeel en heeft sterke mystieke trekken; het roept bij velen mystieke gevoelens op. Het 'zelf' kun je zijn. Het 'zelf' kun je zoeken, vinden, ontplooien. Het 'zelf' is autonoom, je kunt erin geloven en op vertrouwen. De vraag is waar deze fixatie vandaan komt. Het antwoord zou kunnen zijn dat in een door natuurwetten bepaalde wereld het 'zelf' het laatste bastion van vrijheid is geworden. Het 'zelf' is de laatste reddingsboei in de onmetelijke zee van noodzakelijkheid. En zo ontstaat er een cultus van het 'zelf' en omdat elke cultus zijn eigen kunst creëert bestaat er een kunst van het 'zelf'. De grondgedachte van deze kunst is dat creativiteit en zelfexpressie identieke zaken zijn. Hoe ziet deze kunst eruit? Kunst gemaakt vanuit de zelfexpressie is te herkennen aan twee kenmerken. Het eerste kenmerk van deze kunst is haar eenduidige vorm. Zelfexpressie vraagt om een kunst die formeel gezien geen onduidelijkheid toestaat; het uiterlijk van het kunstwerk moet snel te overzien zijn. Dit wordt tot stand gebracht door gelaagdheid in de vorm uit te sluiten. Zelfexpressie is extravert; alle energie is naar buiten gericht. Alle expressie moet zich ondubbelzinnig manifesteren in de eerste indruk. Zelfexpressie is een bevrijdingsdaad. Zij wil zich met volle kracht poneren. Zelfexpressie negeert daarom ook zogezegd de 'andere kant van de zaak'. Deze zou namelijk alleen maar het effect van de eerste indruk ontkrachten. Dat sterke effect is het doel want zelfexpressie wil aandacht. Een tweede kenmerk van deze kunst is haar persoonlijke inhoud. De inhoud van dit werk staat los van iedere traditie en negeert iedere context. Het is uniek maar ook rijk en mysterieus. Het is zoals een galeriehoudster op Art-Amsterdam tegen mij zei: “Elk werk heeft een eigen verhaal”. Zo eenduidig de vorm van deze kunst is, zo gelaagd is haar inhoud. Zelfexpressie creëert een zeer persoonlijk individueel gebonden inhoud waarin collectieve codes en symbolen genegeerd worden en betekenissen langzaam en meestal slechts gedeeltelijk onthuld worden. De inhoud is altijd dubbelzinnig; er wordt nooit uitsluitsel gegeven. Een kunst waar alle aandacht naar het effect van de eerste indruk wordt verplaatst, dus waar gelaagdheid wordt vermeden en waar de inhoud mysterieus en duister wordt gehouden, is de uitkomst van de zelfexpressie. Deze vorm van creativiteit levert een gevarieerde kunst op, echter het idee dat deze visie de kunst vooruit zou helpen is een misvatting. Stelt men creativiteit gelijk met zelfexpressie dan blokkeert en doodt men elke ontwikkeling en voortgang in de kunst. Groei en voortgang vragen om twee dingen: ten eerste een probleemstelling die voorbij het persoonlijke gaat en ten tweede de wil om hier meerdere generaties mee bezig te zijn. Ontbreekt een van beide dan is ontwikkeling onmogelijk. Een voorbeeld: eeuwenlang was het doel in de schilderkunst om een illusionistisch ruimte te creëren conform onze waarneming. Dit is een dwaze wens net zoals de wens om te kunnen vliegen als een vogel. Het ligt voorbij ons vermogen. Tussen de wereld om ons heen en het platte vlak van het schildersdoekje bestaat immers een onverzoenbare tegenstelling. Toch heeft deze onverzoenbare tegenstelling een golf van creativiteit gegenereerd, onze waarneming verdiept en ware meesterwerken opgeleverd. Elke keer als we wel wisten hoe de wereld er uitzag, werd onze waarneming door nieuwe generaties kunstenaars weer opengebroken en begon de zoektocht opnieuw. Vooruitgang vraagt om een onverzoenbare tegenstelling die ons zo prikkelt dat het ons meerdere generaties bezig houdt. Het is deze eindeloze fixatie op het zelfde probleem dat ontwikkeling mogelijk maakt. Ontwikkeling vraagt dan ook om een monotone herhaling, iets dat zelfexpressie verbiedt. Zelfexpressie vergeet de paradox van evolutie van de kunst: als je wilt veranderen moet je steeds het zelfde doen. Augustus 2010
|
||||